App "VSM" naar 31613564355 om te meten hoe sterk jouw organisatie is
De beperkingen van het organogram en de toegevoegde waarde van het Viable System Model
In vrijwel elke organisatie in de moderne wereld is het organogram een van de eerste dingen die men aan nieuwe medewerkers laat zien. Een organogram is een overzichtelijke weergave van wie boven wie staat, en welke afdelingen of teams er zijn. Toch valt er in de dagelijkse praktijk al snel op dat het organogram slechts een statische projectie is van de formele hiërarchie, die doorgaans weinig te maken heeft met hoe het werk écht wordt uitgevoerd. Sterker nog: voor veel medewerkers is het organogram niet meer dan een papieren formaliteit. In dit artikel onderzoeken we waarom het organogram zo beperkt is, waarom het in de praktijk vaak weinig invloed heeft op het werk, en hoe het Viable System Model (VSM) kan helpen om organisaties beter te laten functioneren.
De beperkingen van het organogram
1. Organisaties lijken in de praktijk niet op hun organogram
Een organogram biedt een momentopname van hoe een organisatie formeel is ingedeeld, maar organisaties zijn levende systemen. Ze veranderen continu, reageren op de markt, krijgen te maken met veranderende klantvragen of interne projectprioriteiten. Het organogram is meestal niet flexibel genoeg om deze continue verschuivingen bij te houden.
2. Het wordt zelden actief gebruikt door medewerkers
Waar het organogram in veel gevallen prominent op de website of intranet wordt weergegeven, is de praktische relevantie voor het dagelijks werk beperkt.
3. Een ‘schuldverwijzingskaart’ in plaats van een hulpplek
Een cynische, maar vaak treffende omschrijving van het organogram is dat het vooral handig is om te weten wie de ‘schuld’ kan krijgen als iets fout gaat.
4. Te statisch en formeel
In een wereld waar ‘agile’, ‘lean’ en snelle verandering sleutelwoorden zijn, is het organogram te formalisme-gedreven. Het legt vast in plaats van dat het meebeweegt.
Het Viable System Model als aanvulling op (of vervanging van) het organogram
Waar het organogram vooral een top-down weergave biedt van hoe hiërarchie en afdelingsindeling geregeld zijn, richt het Viable System Model (VSM) – ontwikkeld door managementdenker Stafford Beer – zich op de levensvatbaarheid en wendbaarheid van een organisatie. De kernvraag is: hoe kan een organisatie blijven overleven en floreren in een steeds veranderende omgeving?
1. Wat is het Viable System Model?
Het VSM definieert een aantal essentiële subsysteemfuncties die in elke levensvatbare organisatie aanwezig moeten zijn om te kunnen overleven. Beer onderscheidde vijf hoofdsystemen (System 1 tot en met System 5):
Het model beschrijft hoe deze systemen met elkaar in balans moeten zijn en continu informatie uitwisselen. Deze balans stelt de organisatie in staat om adequaat te reageren op externe veranderingen, zonder dat het interne mechanisme uit evenwicht raakt.
2. Voordelen van het VSM ten opzichte van het organogram
a) Dynamische samenhang in plaats van statische structuur
In het VSM is de organisatie opgedeeld in functionele systemen die elk zorgen voor een cruciale dimensie van overleving, samenwerking en toekomstgerichtheid. Dit is veel dynamischer dan een organogram, omdat het samenwerkingsverbanden en informatiestromen als leidend uitgangspunt neemt, niet de formele machtsverhoudingen.
b) Focus op levensvatbaarheid (agility)
Een levensvatbaar systeem is in staat zichzelf aan te passen wanneer de omgeving verandert. Het VSM heeft mechanismen ingebouwd om snel feedback uit de markt of andere externe bronnen te integreren in het beslissingsproces.
c) Overbruggen van silo’s
In een klassieke hiërarchie ontstaat silo-denken wanneer afdelingen vooral gefocust zijn op hun eigen targets. Het VSM benadrukt de onderlinge afhankelijkheden en coördinatie (System 2) tussen verschillende subsystemen (System 1). Hierdoor worden knelpunten of strijdigheden eerder gesignaleerd en opgelost.
d) Duidelijk onderscheid tussen operatie en strategie
Omdat Systems 3, 4 en 5 in het VSM de interne controle (System 3), externe oriëntatie (System 4) en het hogere beleid (System 5) regelen, is het voor medewerkers duidelijker op welk niveau beslissingen worden genomen. Dit is anders dan in een organogram, waarin meerdere managementlagen soms onduidelijk overlappen en beslissingsbevoegdheden ondoorzichtig kunnen zijn.
Organisatiestructuur herontwerpen: van statisch schema naar levend systeem
1. Praktisch: het organogram niet weggooien, maar ‘verrijken’
Hoewel het organogram beperkt is, heeft het wel degelijk nut om formele lijnen van verantwoordelijkheid te tonen. Dit kan bijvoorbeeld bij juridische kwesties, aansprakelijkheid of HR-structuren (arbeidscontracten, functiebeschrijvingen). Een realistische aanpak is om het organogram te blijven gebruiken als basis van formele verantwoordelijkheden, maar het aan te vullen met principes uit het VSM die wendbaarheid en synergie bevorderen.
2. Crossfunctionele teams en rolgebaseerd werken
De essentie van het VSM – dat alle systemen met elkaar in verbinding staan – komt tot leven wanneer mensen uit verschillende afdelingen samen optrekken in crossfunctionele teams of projectteams. Hierbij:
3. Open communicatiekanalen in plaats van command & control
Een organisatie die zich echt als een levensvatbaar systeem wil gedragen, moet informatieuitwisseling in alle richtingen mogelijk maken. Beperk de overdreven focus op “door de lijn rapporteren”:
4. Continu leren en verbeteren
Het VSM veronderstelt dat leren en verbeteren geen project is met een einddatum, maar een continu proces:
Conclusie
Hoewel het organogram vaak als vertrekpunt wordt gebruikt om duidelijkheid te scheppen in verantwoordelijkheden en formele machtsverhoudingen, kent het belangrijke beperkingen. Organisaties veranderen voortdurend en hebben informele netwerken en samenwerkingsvormen die lang niet altijd in een statisch schema passen. Bovendien wordt het organogram in de dagelijkse praktijk vaak genegeerd, behalve wanneer men wil achterhalen “wie de schuld krijgt” als er iets fout gaat.
Daarom is het waardevol om naast (of zelfs in plaats van) het organogram ook te kijken naar modellen die organisaties beschrijven als dynamische, zelfregulerende en aanpasbare systemen. Het Viable System Model van Stafford Beer biedt een krachtige manier om de complexiteit en wendbaarheid van een organisatie te analyseren en te optimaliseren. Het model besteedt aandacht aan zowel de kernactiviteiten (System 1) als de bredere besturings- en ontwikkelprocessen (System 2 t/m 5). Hierdoor ontstaat een organisatie die niet alleen op papier samenhangend is, maar ook in de praktijk in staat is om snel en effectief in te spelen op interne en externe veranderingen.
Uiteindelijk is de boodschap: een organogram is slechts een momentopname van formele verhoudingen. Een bloeiende, toekomstbestendige organisatie vergt inzicht in en aandacht voor de voortdurend veranderende netwerken en rollen van mensen, taken en informatiestromen. Het Viable System Model biedt daarvoor een perspectief en concrete handvatten, zodat organisaties niet slechts overleven, maar ook gedijen.